Club

1968: Het jaar waar veel zaken in ons land veranderden, o.a. Leuven Vlaams, de studentenrevolte in Parijs enz. Zo ook het ontstaan van een nieuwe sport in Knesselare: basketbal. De maatschappij is nu dusdanig geëvolueerd dat niemand van onze landgenoten in 2018 niet weet dat deze sport bestaat. In 1968 was dit een andere zaak.

In dat jaar nam de Knesselaarse onderwijzer Antoine Van Renterghem het initiatief om de sport die hij in Aalter had leren kennen ook in Knesselare van de grond te krijgen. De zoektocht naar spelers kon beginnen. In die tijd waren het studenten en oud-studenten die over een paar turnpantoffels en een turnbroek beschikten waarmee werd gestart. Ze trainden aanvankelijk op zaterdagvoormiddag op de speelplaats van de toenmalige gemeenteschool.

De startperiode van de club

Jongens en meisjes vormden één enthousiaste bende om na een jaar de stap naar de competitie te wagen. Na de administratieve formaliteiten werd de ploeg ingeschreven onder stamnummer 1450 met als naam Gembas Knesselare. Er werd gespeeld in de Sportstraat op een terrein achteraan het oude voetbalveld. De kleedkamers bevonden zich toen in de Kloosterstraat, in café De Sportkring. De opwarming kon beginnen eenmaal men zich omgekleed had tot men zich naar het sportterrein begaf. Na de wedstrijd eenzelfde scenario in tegengestelde zin. De spelers verfristen zich met behulp van waterkommetjes. Het warm water was toen nog niet uitgevonden.

De beginjaren van BJM-Gembas

Het bestuur met als voorzitter Jeroom Bulcke ondervond vrij vlug dat een ploeg financieel leefbaar houden een nog grotere opdracht was. Het vervoer van de spelers, de uitrusting, de bondskosten (aansluiting, verzekering), de scheidsrechtersvergoeding, het omkaderende materiaal enz. kostten week na week centen die niet op de straat te vinden lagen. Met de hulp van Gibert de Bruyne, Julien Lambert, Julien Galle en de jongeren Rudi De Bruyne, Patrick Steyaert, Gerard De Spiegelaere en Geert Van Vlaenderen werden allerlei acties op het getouw gezet om de ploeg leefbaar te maken of te houden.

Terug naar het sportieve: de allereerste wedstrijd was tegen Velzeke en werd een klinkende overwinning (84-17) waarna in de kranten al titelambities werden toegedicht aan de nieuwe ploeg. Een tweede wedstrijd bracht al snel de ontnuchtering (120-24 nederlaag). Zo liepen de eerste jaren met veel vallen en altijd opnieuw opstaan. Met als tussendoortje het aantrekken van trainer Mark Brown, een 2,04 grote Amerikaan die op een buitenterreintje in Knesselare zijn kennis kwam etaleren.

De start verliep wisselend met al snel de uitbreiding met een aantal jeugdploegen, een damesploeg, een nieuwe lichting spelers, het aantrekken van bekwame trainers. Na een vijftal seizoenen verhuisde de ploeg naar het Flabbaert sportcomplex, waar Gembas uitgroeide tot een stevige blijver in het sportlandschap. Met af en toe een sportieve uitsmijter met o.a. een titel in derde provinciale na een testwedstrijd.

Wat vooral is bijgebleven was de vriendschap tussen de spelers die na hun dagtaak in moeilijke omstandigheden bleven trainen, ook al was dat toen nog onder meer in het schijnsel van de koplampen van de auto’s of na het wegvegen van een pak sneeuw. Omstandigheden die wij ons nu niet meer kunnen inbeelden. Het nieuwe sportcomplex had ook een paar minder goede kanten. Er waren nu kleedkamers, er kon een drankje worden gedronken, maar de vloerbekleding vooral was en bleef een teer punt. Vallen zonder kwetsuren was een onmogelijke zaak.

Er brak een nieuw tijdperk aan. Via Rik Van Den Berge, die zijn olympische gedachte even in Moskou achterliet, werd contact genomen met Rudy Van Boxstaele, een gerenommeerde baskettrainer die bereid was om Gembas sportief te leiden. Hij was turnleraar en bezat de kennis om een jonge groep een basisopleiding te geven. Gedurende zeven jaar leidde hij Knesselare op een standvastige manier naar een niveau waarop veel clubs uit de omgeving jaloers waren.

Rudy hield het zeven jaar vol in Knesselare maar hij liet een erfenis na waar zijn opvolgers konden van profiteren. Eén zaak was voor de bestuurders heel duidelijk: het grote belang om een trainer aan te trekken die past in het profiel van de club. De bestuurders wisten meteen waar zij moesten aan werken. Intussen was het financieel in orde houden van de club een belangrijke zorg.

De startgroep

Allerlei activiteiten moesten de kas stijven: de jaarlijkse papierslag, diverse grote optredens met o.a. Jacques Vermeire, Urbanus, Jimmy Frey, tombola, eetfestijnen enz. Niet elke activiteit was een groot succes. Het verloten van een wagen was een dikke tegenvaller en het optreden van Benny Neyman was een succes… zonder publiek.

Op een bepaald moment kwamen signalen naar Knesselare dat Maldegem niet afkerig zou staan voor een verregaande samenwerking. Die hadden moeite om de nodige bestuursleden en vrijwilligers te vinden. Beide ploegen speelden in dezelfde reeks en kenden mekaar vrij goed. In 2014 werd de vraag naar fusie concreet gesteld en startten de onderhandelingen. Zonder al te grote problemen werd een raamcontract opgesteld.

De eerste ploegen (heren en dames) zouden in Knesselare spelen, de jeugdploegen ook, maar die trainden afwisselend in Maldegem en in Knesselare. De spelers uit de twee clubs konden het vrij snel met mekaar vinden, wat resulteerde in een sportief succes Dit zorgde ervoor dat kleine probleempjes met de mantel der liefde werden bedekt. Op twee jaar tijd werd de overgang naar eerste provinciale gerealiseerd.

Dit ongelooflijk succes kwam wellicht iets te snel, waardoor in 2018 de degradatie naar tweede provinciale niet te vermijden was. Ondanks verschillende versterkingen bleven veel spelers door kwetsuren of ziektes langdurig afwezig wat leidde tot veel nederlagen met een minimumverschil in punten.

Het negatieve eindresultaat is geen reden tot doemdenken. De inzet van de spelers is identiek gedurende het gans seizoen en belooft voor de komende jaren. De tussenstop is niet wat verwacht werd maar biedt voldoende perspectieven voor een mooie toekomst.